KPS



AFM – leidraad Risicopreferentieonderzoeken

01-07-2023

Risicopreferentieonderzoek (RPO)

Pensioenuitvoerders voeren een pensioenregeling uit voor deelnemers en beleggen hun pensioenvermogen.
Het is belangrijk dat kenmerken van de regeling als het beleggingsrisico, de verdeelregels en de vormgeving van de uitkeringsfase aansluiten bij de risico’s die deelnemers willen en kunnen dragen. Het RPO geeft pensioenuitvoerders inzicht in hoeveel beleggingsrisico deelnemers willen lopen ten aanzien van het totale inkomen na pensionering (risicotolerantie), alsmede hoeveel beleggingsrisico deelnemers kunnen dragen binnen de pensioenregeling, gegeven hun kenmerken en financiële situatie (risicodraagvlak). Een RPO bestaat, naast een uitvraag onder deelnemers, ook uit andere elementen zoals het verzamelen van informatie uit reeds aanwezige bronnen over de financiële situatie van deelnemers.

Wat verwacht de AFM van pensioenuitvoerders?

Het RPO is een open norm. Dat betekent dat er niet één juiste manier is om invulling te geven aan het onderzoek. Het is van belang dat pensioenuitvoerders bij het inrichten en uitvoeren van het RPO het doel goed voor ogen houden. Binnen de vrijheid die de wet biedt kunnen pensioenuitvoerders vervolgens zelf keuzes maken die passen bij hun specifieke situatie, zoals de kenmerken van de deelnemerspopulatie en het type pensioenuitvoerder. Vanwege deze vrijheid is het belangrijk dat pensioenuitvoerders goed onderbouwen welke keuzes zij maken bij de inrichting van het RPO, waarom die keuzes vanuit hun specifieke situatie logisch zijn, en hoe de gemaakte keuzes de uitkomsten van het onderzoek eventueel beïnvloeden.

Leidraad risicopreferentieonderzoek